Verschueren orgel Catharinakerk Eindhoven

Opbouw 1930-1942

IMGP5201De ideeën voor het huidige orgel werden rond 1930 ontwikkeld door dr.W. Kerssemakers, professor aan het klein-seminarie Beekvliet te St. Michielsgestel. De registersamenstelling of dispositie van het orgel vertoont de hoofdlijnen van de barok, met een duidelijke “werkindeling” (elk klavier heeft een eigen functie) en met veel hoogliggende stemmen. Het geheel is aangevuld met enige romantische registers. Al het pijpwerk is vanwege de akoestiek van de kerk in een vrij wijde maatvoering genomen, op ruime wind. Het orgel is gebouwd door de destijds al toonaangevende firma Verschueren uit Heythuysen.

2006_03250016Het werd een orgel van 71 registers (waarvan 5 afgeleide of transmissies) in twee delen aan te leggen. Eind 1936 nam organist Richard Schelleman het instrument feestelijk in gebruik. Het was verdeeld in een hoofdorgel op het hoge oxaal, met een hoofdwerk (14 registers), positief (11), zwelwerk (15) en pedaal (16), en een altaarorgel boven de sacristiedeur, in de absis van de kerk, met 15 registers. Deze laatste stemmen waren beneden te verdelen over de twee klavieren en het pedaal van de eigen speeltafel, en boven samen bespeelbaar op een afzonderlijk vierde klavier. Vanaf het begin beïnvloedde dit orgel de bouwstijl in Nederland en België, met name in het werk van Verschueren. We spreken in de verleden tijd over dit orgel, omdat het bij een bombardement op 6 december 1942 zware schade opliep: het altaarorgel werd verwoest, het grote orgel raakte flink gehavend.

Herbouw 1945-1950

2006_0325uitvaart0023In de volgende jaren leidden lekkages vanwege de kapotte gewelven en ramen bovendien tot nog meer storingen. Toen in 1945 een nieuwe organist aantrad, Hub. Houët (*1915), was nog maar één klavier bespeelbaar. Na de Tweede Wereldoorlog is het orgel stapsgewijs hersteld en zelfs uitgebreid tot 76 registers. Hierdoor werd het het grootste orgel van Nederland; pas in 1973 is het overtroffen door het nieuwe Laurensorgel van Rotterdam. In februari 1950 heeft Hub. Houët het herbouwde orgel in een feestelijk concert gepresenteerd aan de parochie.

 

2006_03250001Vanaf dat jaar 1950 is het Catharina-orgel intensief bespeeld. Op de eerste plaats voor de eredienst, waarin de begeleiding van de koren, later van de volkszang, en het afwisselend solospel de organist werd verzorgd. Tegenover de afname van de kerkdiensten in de jaren zeventig stond een opbloei van de concertpraktijk. Al vanaf het begin werden organisten uit binnen- en buitenland uitgenodigd voor bespelingen, toen dat in katholieke kerken nog volstrekt ongebruikelijk was. Zo ontstond de concert-traditie waarmee de Eindhovenaren inmiddels vertrouwd zijn.

Revisie 1987-1990

2006_03250017Tussen 1987 en 1990 is het orgel grondig gereviseerd. De grootste ingreep vormde de herziening van de speeloverbrenging of tractuur, want met de hedendaagse elektronische middelen is de vroegere omvangrijke elektro-pneumatische combinatiemachine overbodig gemaakt. Het herrezen instrument biedt voor concerten eindeloos veel mogelijkheden, waardoor in beginsel alle orgelliteratuur erop vertolkt kan worden. Toch draagt het orgel onmiskenbaar het stempel van de jaren dertig en vijftig; het is -zoals elk goed orgel- gedateerd. Want terwijl de ontwerpers gekozen hadden voor een klankopbouw waarmee in hun ogen de barokmuziek ideaal tot klinken kwam, getuigen de prominente solisten die er tegenwoordig op concerteren, dat de romantische en moderne werken er bij uitstek goed tot hun recht komen.

Huidige situatie

2006_03250011Het orgel beschikt over twee speeltafels: de grote hoofdspeeltafel met 4 manualen en pedaal en een kleine speeltafel voor de sacristiedeur met 2 manualen en pedaal. Vanaf beide speeltafels is het gehele instrument bespeelbaar. Het totaal aantal pijpen is 5725. Door de aanwezigheid van een groot roosvenster is gekozen voor een lage en open pijpopstelling. De drie beelden voor het hoofdorgel zijn afkomstig van het vooroorlogse orgel en representeren Cecilia, David en Gregorius.

Het altaarorgel bevindt zich in het koor boven de sacristiedeur.